
Wet op het notarisambt
Artikel 106
1
Indien het betreft een klacht tegen een notaris van zeer ernstige aard, er kennelijk gevaar bestaat voor benadeling van derden en de voorzitter van de kamer van toezicht een ernstig vermoeden heeft ten aanzien van de gegrondheid, kan hij bij wijze van maatregel van orde de onmiddellijke schorsing in de uitoefening van het ambt gelasten voor de duur van de behandeling van de klacht. Artikel 27, eerste lid, tweede tot en met derde volzin, en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
2
Indien de kamer van toezicht uiteindelijk de klacht niet-ontvankelijk of ongegrond verklaart of een andere maatregel dan schorsing oplegt, vervalt de ordemaatregel van rechtswege. Spreekt de kamer de schorsing uit, dan kan zij bij de bepaling van de termijn rekening houden met de duur van de schorsing bij wege van ordemaatregel.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AT7559, Hoger beroep, 612/2003 NOT
Rechtsoort
Civiel overig
Datum uitspraak
02-06-2005
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Gerechtshof AmsterdamHet hof beslist dat een voormalig notaris het honorarium ad ⬠[ ] voor de waarneming van zijn vacante kantoor aan de notaris dient te voldoen.